maandag 21 september 2009

Verslag optreden NPB en voorlopig afscheid van Wieke

Gisteren heeft HiernaGekwetter, in de samenstelling van Isabelle van Dooren, Nelleke Post, Wieke Stravens, Abel Streefland en Merijn Schipper een geweldig leuk optreden gehad bij deNPB Bennekom, ter omlijsting ende vermaek van een erg interessante lezing over 'Vrijheid, een uitdaging!' door Paul van Engen. Het ging goed en de reacties waren positief.


vlnr&vbno: Merijn Schipper, Nelleke Post, Abel Streefland en Isabelle van Dooren.

We zullen helaas en met pijn in het hart, voorlopig afscheid moeten nemen van Wieke - die helaas niet op deze foto's staat: ze gaat naar Berlijn. We gaan haar missen. Gelukkig zit een optreden aldaar al in de koker. HiernaGekwetter houdt u op de hoogte!

maandag 7 september 2009

HiernaGekwetter bij NPB Bennekom: Vrijheid

Op zondagmorgen 20 september vanaf 10:00 uur treedt HiernaGekwetter op ter omlijsting van een bezinningsbijeenkomst van de NPB Bennekom (Emmalaan 1 te Bennekom). De lezing, die het richtsnoer vormt van de bijeenkomst, wordt gegeven door Paul van Engen en is getiteld: 'Wat is vrijheid? Een algemene inleiding'. Onze setlijst zal eveneens op het thema betrekking hebben!





Kwam dat zien! Kwam dat zien!



Op 15 & 16 augustus trad HiernaGekwetter op bij Festival Zomeravonden te Maastricht. Ditmaal in samenstelling van Isabelle van Dooren (piano), Wieke Stravens (gitaar) en Merijn Schipper (poezie). HiernaGekwetter bracht gedichten rondom Maastricht op lichte klassieke muziek. De gedichten zijn onder dit bericht na te lezen!

Op het festival stonden we in de tuin van familie Moreau. In de kromme van een met lampionnen en doeken behangen omzoomde kuil gaf een prachtige ambiance voor de intieme optredens, die weliswaar druk bezocht werden (ca. 40 man op zaterdag en zo'n 80 op zondag). Heerlijk weer ook, geweldig geslaagd! We hebben er enorm van genoten.

Sprookjesachtig!

Kwam ook!

(Foto: David Hummelen)

Festival Zomeravonden-gedicht: Traag als ze aanstroomt

Traag als ze aanstroomt
lui als haar oevers liggen
wijd als de spanne hoog
de spanne is, op gezette moment
cyaan onder cyaan en tussen
de wolken het kolken en golven of
miljarden transactes van fracties
van lampjes en geflikker van lichtjes
van lantrarens en verder het glimmende
filigraan van de onnoembare sterren
oud en zo ver en zo veel als ze zijn
smal als een haar vanuit de ruimte bezien
vlug als een knipoog in het licht
van de tred van de tijd
traag als het oog dat het aanziet

wild als je opvaart
of als ze tekeer gaat
of rijzend en proestend
of hoestend en fluimend
mild als je meegaat
en als ze tot rust komt
en als ze de spiegel
glad maakt, daarlaat
als glas

daar als je afmeert
daar als je terugkeert
daar als je hier staat
te Wijck aan lij en lief
als ze te loef ligt:

het oude Maastricht

Festival Zomeravonden-gedicht: Maastricht

ik ben een tweelingstad
ik ben van beide wat
misschien werd ik hier geboren
en groeide ik daar op
wie zal het zeggen
tempus fugit

glans wordt dof
steen wordt stof
wie zal het zeggen
tempus fugit

Festival Zomeravonden-gedicht: Mestreechter Geis (ready made)

Maastrichtenaar eigen
volkseigen karaktertrek
gevoel voor humor en betrokkenheid
waarbij betrokkenheid - betrokkenheid

symbool voor de manier van leven
voor de manier van leven
van hoe hij drinkt, van
hoe hij drinkt en leeft en zingt

Festival Zomeravonden-gedicht: Mestreechter Geis en de Wiekeneer

Vlegel op een stenen plein
een grijnslach op je koude kop
streng in de leer, maar voor een boeteling
zacht: een liefje, schatje, doetje, poeleke, liefste
zoete, stoute Mestreechter Geis

Je kijkt om, betrapt
en van geen kwaad wetend?
Waarom , een witz, een klein vergrijp
een hebbeding o lieveling? En op je heup?
Een grap voor een klap, o suuse?

De Wiekeneer, zijn spitse hoofd
gehoed en iets verbeten
laat je achter
zijn rug, zie je zijn rug
nog?

Wat heb je gedaan?
Wat heb je gelaten?
Het is een eerlijke figuur
is hij gekwetst
en op zichzelf verlaten?

Zijn jullie zo anders dan
beide hol en in de tijd een baken?
Hij streng eerder, in de leer
jij voor de biecht geschapen?

Festival Zomeravonden-gedicht: Zegt de man (monoloog)

Zegt de man:
'Wond van het zuiden
etter langs de Maas
puist langs een berg
waarvan de naam naar valken verwijst
adellijke dieren, godsvruchtig gevederte
dat bid - niet geheel van deze tijd
(god die dood is) - maar toch'

Zegt de man:
'Nee zonnegod nee
blinkend schild
waarvan
de kras
de kerf
de houw
de haal
de zachte
kromme
de kroon is'

Zegt de man:
'Samenkliek van inteelt en erger
van taal zonder mond, tong
zonder taal zonder oor
welriekend de geur van
het oude geld en het nieuwe
dat kerken opkoopt
dansend naar een oude meester
naar wiens pijpen we dansen
(die nergens is, de afgeschoven schuld)
stad van één verlichte lantaren
Bonnefanten, parel op een andere kroon
baken inperfect, maar beter dan al het andere
dat kwijt is - '

Zegt de man:
'Je wilt gaan
naar het afvoerputje
de beerput
de horzel op het boerenpaard
de giertank
de gele gifpil
de zwarte adder
onder het roodwitblauwe gras?'

'Nee, nee, grapje, grapje

stad van mijn hart
hart van mijn stad
stad van mijn hart
ik liet er alles wat ik had

ga maar
ga maar schat'

Zegt de man:
'Wijcker Brugstraat, de Lage Barakken
grootgrutters P. de Gruyter: verdwenen
het warenhuis Maussen: verdwenen
mijn Percée -
het slaag dat ik kreeg
de mist die soms
van het water steeg
alles is verdwenen'

Zegt de man:
'Naast de Servaas, koning der kerken
de St. Jan: rood als het rood
van de doorlopen ogen van mijn vader
en Sterre, Sterre der zee:
vaal als zijn huid'

Zegt de man:
'Maar mijn zus Marieke Marieke
en het katte kwaad, het ballen
op straat, het lezen in bed
toen het al veel te laat was
met een zaklamp onder het laken
zoals ik toen
en zoals de tijd die verder gaat'

'Ga maar dan
ga maar'

Zegt de man:
'Ga maar
ga maar dan'

HiernaGekwetter!!!

Welkom op de HiernaGekwetter-blog!

Het HiernaGekwetter-ensemble treedt op in wisselende samenstellingen en bestaat uit:

Jildou Baarsma (hobo);
Isabelle van Dooren (piano);
Nelleke Post (harp);
Merijn Schipper (gedichten);
Wieke Stravens (gitaar/piano/percussie);
Abel Streefland (cello).

Geacht publiek,
u bent er
en nu u er bent:
wij zijn er weg van.
Daarom
posten we
hierop steeds
nieuwe berichtjes;
houd ons bij!

Wat kunt u hier vinden:
te komen optredens
en wat geschied is,
teksten en muziek,
beeld niet te vergeten.
Smaak hebben we,
geur is niet weer te geven,
zoals dat gaat helaas.

Kijk en luister!

woensdag 1 juli 2009

Kleur van de Nacht

In Sonsbeek, een park in een stad aan
de rand van de Veluwe, stad aan
een oever van water dat stroomt als
de Rijn of de Lek nee de Rijn, in
een stad aan de oever die opklimt
die opgaat in rasters van straten
en blokken van huizen met tuinen,
balkons en de daken daarboven
de lucht en nog hoger de ledigheid,
op de genoemde locatie (in Sonsbeek)
daar speelde het HiernaGekwetter-
kwartet. Deze plaats, in het park op
een heuvel van Arnhem, half boven
de stad die het park evengoed ook
omarmt, was een plek op het steen
van een kniehoge muur langs een pad in
dat park dat naar boven en ook naar
beneden kan worden gedacht en
het optreden was in het kader
van festival Kleur van de Nacht. Het
viel op een avond, de 20ste avond in
juni.

De later de avond de voller
het park met zijn paden verlicht en
door lichtjes en lampen een sprookje.
Hoe vaker we speelden hoe beter
de sets en hoe sterker de lus die
't publiek aan ons bond door ons spel - de
muziek en de klanken van Nelleke,
Jildou (die inviel voor Abel), mijzelf,
Isabelle; het gedicht over Dieke
en Orp (dat de tragische liefde
van Orpheus betrof). 'Er was eens
een dichter en zanger' zo opende
HiernaGekwetter nadat de
hobo zo verschikkelijk waar en

zo raak had geklonken, 'hij speelde
de lier als de beste / of eigenlijk
beter, zijn stem was / als honing
zo zacht'.

De piano en Harp ze versmolten
in spel en klonken geliefden
tesamen. De mensen die keken
ze bleven geboeid door de kleur van
ons spel en de stem die er klonk die
de liefde van Orp en zijn Dieke
verdichtte en klinkend applaus was
te horen nadat we gestopt en ook stil
waren. Bijna het hele gedicht was
gezet in de maat met de naam amfibrachys.
Het klimt op en zinkt neer en klinkt als
een wals die niet eindigt. Uit tien plus
een laatste gedicht uit vier keer
vier regels van elk een drievoetig
soort metrum of maat, om nog eenmaal
te noemen waarover het gaat: het
is het metrum/de maat amfibrachys.

'want als hij / dan speelde dan zwegen
de mensen, / de bomen verstilden
hun blad. // En als hij dan speelde
dan kwam het / wild samen: de haas en
de vos en / de adder, een sperwer
hij vond zich / een tak en soms als
hij speelde // dan rolden de stenen
een klein beetje / op, ze vormden
dan circels / je vindt ze nog steeds in
de bossen / en rond deze plek niet veraf.'

Een lier liet een lied in de avond
voor ieder te horen, verliet met
een toon in de wind het gebeuren.
Of was het het park dat traag in
de nacht was verdwenen? Ik ben het
vergeten en wie zal het weten?