Traag als ze aanstroomt
lui als haar oevers liggen
wijd als de spanne hoog
de spanne is, op gezette moment
cyaan onder cyaan en tussen
de wolken het kolken en golven of
miljarden transactes van fracties
van lampjes en geflikker van lichtjes
van lantrarens en verder het glimmende
filigraan van de onnoembare sterren
oud en zo ver en zo veel als ze zijn
smal als een haar vanuit de ruimte bezien
vlug als een knipoog in het licht
van de tred van de tijd
traag als het oog dat het aanziet
wild als je opvaart
of als ze tekeer gaat
of rijzend en proestend
of hoestend en fluimend
mild als je meegaat
en als ze tot rust komt
en als ze de spiegel
glad maakt, daarlaat
als glas
daar als je afmeert
daar als je terugkeert
daar als je hier staat
te Wijck aan lij en lief
als ze te loef ligt:
het oude Maastricht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten